De grootste ergernis onder fietsend Nederland is een lekke band. Het plakken van een band is voor vele een vervelend klusje. Lees hier hoe je het risico op een lekke band kan verkleinen.
Iedereen heeft het wel een keer gehad dat je onderweg of net wanneer je weg wil gaan een lekke fietsband hebt. Op een lekke band valt niet te rijden want dan kan de band alleen maar meer kapotmaken. Nu heeft niemand zin om steeds de band te moeten plakken, te verwisselen of met kapotte fiets en al naar de fietsenmaker te gaan, dus hoe kun je het zo goed mogelijk voorkomen dat je een lekke band krijgt? Hiervoor hebben wij de 5 beste tips.
1. Controleer of de band versleten is
Als je buitenband sterk is, beschermt het de binnenband beter tegen schade en daardoor krijg je minder snel een lekke band. Controleer daarom geregeld of je band nog niet versleten is. Dit is te herkennen aan het profiel van je banden. Dit zijn de groeven op je band en die zorgen voor grip, bescherming en de afvoer van water. Zie je deze niet meer zitten, dan is je band versleten en kun je deze beter vervangen. De banden slijten nu eenmaal als je fietst, zeker bij veelvuldig gebruik, dus controleer je banden vaak wanneer je veel kilometers maakt.
2. Controleer de bandenspanning
Een goed opgepompte fietsband heeft meerdere voordelen. Zo rijd je veel soepeler en met minder moeite, maar ook blijft je band langer heel. Het is daarom belangrijk dat je band goed opgepompt blijft en er dus voldoende spanning in zit.
Het is aangeraden om een bandenspanning te hebben van tussen de 3,5 en 4,5 bar. Niet iedereen heeft een drukmeter, dus kun je dit het beste controleren door in de band te knijpen. Deukt deze amper tot niet in, dan staat er voldoende spanning op de band. Pomp de band trouwens niet te hard op, want dan gaat ten koste van het comfort. Lees meer over bandenspanning en de juiste fietspomp in ons blog: beste fietspompen.
[products]fietspompen[/products]
3. Controleer op vuil en andere troep
Doordat je fietsband groeven heeft kunnen er dingen tussen blijven zitten. Vuil, zand, modder en zelfs kleine steentjes kunnen dan blijven zitten en funest zijn voor je fietsband. Hoe langer bijvoorbeeld kleine (en scherpe) kiezeltjes blijven zitten, hoe meer schade ze aan je fietsband kunnen geven. Controleer daarom, vooral op herfstachtige dagen en wanneer je veel van het asfalt hebt gereden, of je banden nog schoon zijn en haal vuil dat voor schade kan zorgen direct weg.
4. Kies goede kwaliteit banden
Een band is een band zou je denken, maar toch moet je hierop letten. Van de buitenkant zie je misschien niets, maar in de praktijk kunnen goedkope fietsbanden een veel lagere kwaliteit leveren dan hun tweelingbroer van een duurder merk. Onthoud, goedkoop is duurkoop. Helemaal als je al meerdere keren je banden hebt moeten laten vervangen, terwijl je toen je fiets een duurder merk banden had nog jaren mee kon.
[products]buitenbanden[/products]
5. Ontwijk glas en oneffenheden in de weg
Glas lijkt ons wel logisch, dat is al scherp en pijnlijk wanneer je het in je vingers krijgt. Maar vergeet niet dat er meer schadelijke factoren zijn die een gat in je band kunnen maken. Zo gaan je banden sneller lek wanneer je veel stoep op, stoep af rijdt. Ook putjes en kuilen kunnen voor een verzwakte band zorgen. Fietspaden zijn altijd zo egaal mogelijk gemaakt en dit is om een reden. Probeer zoveel mogelijk te rijden op rechte stukken en kijk uit waar je in, over, van en op rijdt.